Sexy mama’s voor de lens

Vanaf donderdag loopt in Antwerpen de expo ‘Milphs’. Een fototentoonstelling van een reeks hot mama’s, met een knipoog en meteen ook een flinke middelvinger naar het begrip ‘milf’. Omdat het bijna Moederdag is en omdat in elk van u een milf schuilt, maakten wij alvast een selectie yummie mummy’s.

lees de rest van het artikel op De Standaard

Goede Week in Middelburg

Het is nog maar april en nog niet eens Pasen, maar wat was dit een Goede Week zeg ! Dit weekend had ik het geluk in een hotel in Middelburg te mogen overnachten, niet ver van het Veerse Meer. Ik heb een kamer met zicht op één van de grote straten in Middelburg en wat was het prettig om in de vroege avond op mijn terrasje te zitten, met een glaasje rosé wijn en mijn fototoestel op de schoot.

Het mag een heel lange zomer worden, wat mij betreft !

Klik maar lustig op de foto’s voor het grotere formaat !

De kakmachine van Delvoye

Uit De Standaard van 31 maart 2011 :

“Met de kakmachine kon Delvoye een veelheid aan betekenissen oproepen. Het Cloaca-project is een kritiek op de allesoverheersende consumptie, de mechanisering en de commercialisering in onze jaren. Het werk houdt het publiek een spiegel voor en geeft een beeld van de mens als blinde maar efficiënt  functionerende machine. ”

Geeuw, geeuw … Waar heeft de generatie journalisten die “deze shit” (sic) neerschrijft op de schoolbanken gezeten ? Wie waren hun docenten ? Allemaal genre Jan Hoet ? Een half uur in de buurt vertoeven van Sint-Lucas in Gent in de late namiddag en dan ben je overtuigd : het moet zwart zijn, met een blik die een zwaar gemoed uitstraalt, gehuld in een lange zwarte jas die half open mee voortschrijdt, lange passen in het midden van de straat, traag ritme, de haardos als een uiteengerafelde bonobo na een tsunami met veel radioactiviteit.

George Orwell schreef ook al zoiets in 1949. In Wikipedia lezen we daarover :

“Wanneer woorden hun betekenis verliezen en mensen niet over voldoende woorden beschikken om hun gedachten uit te kunnen drukken, kunnen zij niet alleen niet meer spreken maar ook niet meer denken.”

De herdefinitie van kunst heeft ons op dit punt gebracht. De titel van het artikel in De Standaard is immers : “Met de K van kaka en van kunst”. Een dergelijk project is de emanatie geworden van het niet meer kunnen denken; erger nog zijn de woorden die bepaalde journalisten nog kwijt willen aan dit project in totale ontbinding. De totale deconstructie ten top. Hoera. (sommigen zullen nu juichen : zelfs het post-modernisme is hiermee afgerond).

Even serieus nu. Ik meen dat de betekenis die hier aan dit Cloaka-project gegeven wordt, een aantal lacunes vertoont.  Met de volgende metaforen wil ik proberen de ontbrekende elementen in de analyse van deze hedendaagse artistieke expressie aan te vullen zodat de laatste elementen die de leegte nog verhinderen, ook kunnen weggehaald worden.

Aan de voordeur van een interbellum-huis staat de fallus recht omhoog gericht, de glimmende lichtkop tegen de zwarte nacht van een kosmisch vacuum. Het is een noodzakelijke aanvulling in onze masculine visie op het ontstaan van leven. De Cloaka en de Fallus als ultieme materie en antimaterie in een verstrengeling die ver voorbij de procreatieve doeleinden van de natuur wegvloeit in een bestiale en driftmatige dwang tot ejaculatie. Het Cloaka-project toont niet alleen dat alle leven, elke doelstelling, elke droom, elke humane verbetering door mechanisering uiteindelijk eindigt in een proces waarin bacteriën het vlees weer herleiden tot basiselementen zoals koolstof, zuurstof en stikstof. De basis van waaruit alles ooit is ontsproten. Maar zonder het staal van het lichaam dat als een laan languit in de stad op de rug ligt, met recht opstaande metalen roestplekken als een seksueel overdraagbare aandoening, ontbreekt het de Cloaka aan een referentiekader. Het gaat immers niet alleen om de stank of het afbraakproces door bacteriën. De tweeslachtigheid en de zelfbevruchting leiden uiteindelijk naar de vernietiging van de soort zelf. En dat kan de kunstenaar niet bedoeld hebben. Kunst die niet bestaat, is geen kunst. Er is echter een oplossing waaraan Delvoye voorbij gegaan is.

Het gele licht rondom de lichtpalen in de straat blijft gewichtloos hangen. Het zwemt niet vooruit zoals sperma hopeloos op zoek naar die ene hunkerende eicel langs warm vochtige wanden. In de onbeweeglijkheid zal de oeverloze ziel heil vinden. De ontredderde woorden zullen daarin hun totale stilte terugvinden. De kunstenaar mag dan sterven zonder scrupules. De schrijver legt de pen neer en zal weten dat het dan voldaan is. Alles leeg, alles herleid tot stront, zaad en slijm. Zo eindigen we allen. Dit finale punt heeft Cloaka nog niet helemaal bereikt. Delvoye zag dat het in die richting evolueert. Zijn verhaal was echter veel vollediger geweest met dit happy end. Kunst met een grote K. De K van alles Kapot.